Hoefbevangenheid (=laminitis) komt helaas vaker voor dan menigeen zich er van bewust is. De vroege voortekenen komen vaak voor en zijn zichtbaar aan de hoef, en zijn signalen dat inwendig iets aan de hand is dat niet normaal of gezond is voor het dier.
Sub-klinische tekenen van hoefbevangenheid (dat wil zeggen: voorlopers, ofwel de vroege tekenen van hoefbevangenheid,) komen vaak voor bij gedomesticeerde paarden. Sub-klinische tekenen van hoefbevangenheid zijn zichtbaar aan de hoef, zoals stressringen op de buitenzijde van de hoefwand, groeven, gaten of zwarte gebieden in de witte lijn, een brede witte lijn, een gat of een uitsparing in de witte lijn, zelfs in de teen (die vormen vaak een scheur in de hoefwand in de teen), kneuzingen van de witte lijn, poreuze hoornwand, twee of meer hoeken in de teen en abcessen.
Al deze dingen zijn het gevolg van iets aan de hand is, wat niet normaal of gezond is voor het dier. Probeer de oorzaak te vinden en dat te veranderen, dan kan het ontwikkelen tot een chronische hoefbevangenheid voorkomen worden.
Wanneer het paard hoefbevangenheid krijgt, is er een onbalans in het spijsverteringsstelsel. Het paard eet alles wat het niet kan verdragen; dat kan een enkele keer zijn zoals dat het paard toegang heeft tot een zak voer en dit alles in één keer op eet en acuut hoefbevangen wordt, maar het kan ook dat het paard – door onwetendheid van de eigenaar – dagelijks verkeerde voeding krijgt waardoor een langzame vergiftiging in het paardenlichaam ontstaat. Denk daarbij aan overmatig eten van koolhydraten, obese dieren, bijeffecten van medicatie, giftige planten, of een oorzakelijk gevolg van PPID (Cushing, een vergroting van de hypofyse waarbij de aanmaak van hormonen is ontregeld).
Wat is hoefbevangenheid?
Hoefbevangenheid treedt op wanneer het paard te veel koolhydraten eet of andere ongezonde stoffen tot zich krijgt in te grote hoeveelheden. Dit is niet natuurlijk voor de spijsvertering. Het kan suiker, zetmeel en fructaan zijn, maar dus ook bijvoorbeeld medicatie. Consumeren paarden te veel zetmeel, dan kan de dunne darm dit niet verteren en gaat alles direct door naar de dikke darm. Fructaan kan ook niet worden verteerd, en gaat ook rechtstreeks door naar de dikke darm. De voeding accumuleert in de dikke darm van het paard, die in normale omstandigheden verschillende bacteriën heeft om samen het evenwicht te bewaren. De onnatuurlijke hoeveelheid voedings-/gifstoffen zorgt dat in de dikke darm vele schadelijke bacteriën gevormd worden. Die grote hoeveelheid schadelijke bacteriën produceren zuur, wat op hun beurt de darmwand afbreekt èn ze scheiden toxinen af. De darmwand raakt daardoor verzwakt en de giftige stoffen komen via de darmwand in de bloedbaan. De giftige stoffen worden vervoerd door het bloed, komen uiteindelijk in de hoeven en breken daar de enzymen in de lamellen van de hoef af, waardoor de bloedvoorziening in de hoef stagneert (ontstaan van stressringen e.d).
Je hoort vaak van de term ‘hoefbeenkanteling’. Dit is misleidend, omdat het werkelijk niet gaat om een kanteling, maar dat de hoefwand (capsule) uit positie is; het bot (hoefbeen) is echter niet uit positie! De verbinding tussen het hoefbeen en de hoefwand is wel afgebroken en vernietigd (lamellen in de hoef), en dit maakt dat de hoefwand het bot loslaat, en dan (!) beweegt de hoefwand (capsule) weg van het hoefbeen en niet andersom! In veel gevallen van chronische hoefbevangenheid begint de binnenlaag van de hoefwand (dermis) meer hoorn te produceren (er ontstaan dan lamellenwiggen als compensatie en steun aan het hoefbeen). De hoef krijgt hierdoor de herkenbare lange teen en vaak snel groeiende hielen.
Als de oorzaak wordt aangepakt, herstellen de meeste paarden – en zelfs ernstige gevallen – van hoefbevangenheid. Dan wordt de hoef in staat gesteld om een nieuwe, gezonde verbinding te maken tussen het hoefbeen en de hoefwand.
Het zal altijd een overweging zijn hoeveel leed men gelooft dat het paard kan / moet ondergaan om weer beter te worden, maar vele paarden worden verkeerd behandeld of onnodig gedood omwille van hoefbevangenheid. Ze kunnen weer gezond worden als je bereid bent om een aantal ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het houden van je paard.
Wat kun jij doen om hoefbevangenheid te voorkomen?
Paarden met acute laminitis staan vaak weer op het gras zodra de symptomen verdwenen zijn. MAAR als jij doorgaat met het paard te voeden op dezelfde manier met dezelfde levensstijl als voorheen, zal de hoefbevangenheid niet overgaan en chronisch worden….Het is belangrijk om te begrijpen dat als je een paard hebt met sub-klinische of acute tekenen van hoefbevangenheid, je een aantal veranderingen in het leven van het paard moet gaan maken.
Als je hoefbevangenheid wilt voorkomen, zijn er twee belangrijke aandachtspunten die moeten worden opgevolgd, namelijk beweging en dieet. De voeding van het paard moet hoofdzakelijk bestaan uit vezels (ruwvoer), en daarnaast moeten koolhydraten in grote hoeveelheden worden vermeden. Daarnaast moet het dier werken en bewegen voor de kost. De beweging die paarden vaak ontbreekt, is een rustige beweging, vele uren per dag, op zoek naar voedsel. Het voer met gegeten kunnen worden over de gehele dag; het spijsverteringskanaal is niet gemaakt voor grote maaltijden, die maar een paar keer per dag verstrekt worden!
Het is ook belangrijk om te begrijpen dat paarden stressgevoelig kunnen zijn, omdat ze vluchtdieren zijn. Een paard wat erg gespannen is, wordt sneller ziek. Het opsluiten in een stal en enkele voermomenten per dag, verhoogt de stress; kauwen en bewegen verlaagd de stress. Als we kunnen leren om te voeren en om onze paarden te houden in omstandigheden die meer vergelijkbaar met wat bij de natuur van het dier past, zal hoefbevangenheid doorgaans niet meer zo’n groot probleem zijn.
Bovenstaande tekst is zeker niet volledig of voldoende diepgaand. Het geeft echter wel aan hoe complex deze materie is, en dat er vele gradaties zijn van hoefbevangenheid, zelfs tot het kantelen van het hoefbeen toe (sinker). In alle gevallen geldt dat je als team een dergelijk traject in gaat wanneer zich dit voordoet: jij, als eigenaar, maar ook je dierenarts en je bekapper. Voor hoefbevangenheid bestaat geen easy fix en als eigenaar sta jij aan het stuur; voeding, beweging, bekapping! Op internet vindt je veel informatie over dit onderwerp, maar wil je overzichtelijk alle informatie tot je nemen, dan kan ik het 333 pagina’s tellende boek van Remco Sikkel (‘Hoefbevangenheid – begrijpen, genezen, voorkomen’, ISBN nr 978-90-825191-9-8) ten zeerste aanraden.