
Hoe vaak jouw dier bekapt wordt, bepaal jij uiteraard zelf. Wel wordt een advies verstrekt, soms enigszins dwingend, wanneer dat echt noodzakelijk is. Dat advies is gebaseerd op wat wenselijk is in het kader van het welzijn van jouw dier en wordt ook met redenen omkleed:
- Eens per twee tot vier weken in geval van standsverandering, hoefbevangenheid, hoge hielen,verwaarlozing en dergelijke. Wanneer een dergelijk traject positief verloopt, wordt ook bijtijds aangegeven wanneer de interval van bekappen vergroot kan worden en wat je eventueel zelf kan doen qua onderhoud.
- Eens per vier tot zes weken is bij een gezonde hoef ideaal, zodat er weinig correcties met betrekking tot de balans van de hoef ontstaan, en daarmee dus weinig corrigerende belasting ontstaat met betrekking tot het bewegingsapparaat.
- Eens per acht weken is van oudsher gebruikelijk en – afhankelijk of jouw dier met regelmaat over het harde loopt en wat jij eventueel zelf doet – is dit vaak prima te doen.
Wanneer de frequentie groter wordt, en je onderhoudt de hoeven niet zelf tussendoor, is de samenwerking niet optimaal. Dan is alleen sprake van ‘damage control’ en dat is vooral voor jouw dier erg vervelend. Er moet veel gecorrigeerd worden en dat heeft een grote impact op het bewegingsmechanisme van jouw dier. Zo’n frequentie kan voor jouw portefeuille gunstig lijken, maar……met het hebben en houden van dieren, komen ook verantwoordelijkheden om de hoek kijken waarvan ik van mening ben dat jij die wel zou moeten nemen als eigenaar.